Broeders en zusters in Christus,
Allereerst wil ik u allen hartelijk groeten, nu we samen beginnen aan de
Veertigdagentijd als voorbereiding op het Paasfeest. We staan nog maar net op de drempel, maar misschien hebt u hen toch al gespot? Dan bedoel ik de paashaas en het piepkuikentje, die steevast verwijzen naar de beginnende lente te midden van opschietend gras en fleurige voorjaarsbloemen.
Een mooi beeld voor de lente, inderdaad. Maar deze voorstelling linken aan Pasen als het nieuwe leven dat het Paasfeest ons brengt, is helaas een verkeerde beeldspraak. De haas en het piepkuikentje leiden doorgaans maar een kort leven en staan zeker niet symbool voor de eeuwigheid.
Pasen is een nieuw begin, maar niet in de zin van de jaargetijden: lente, zomer, herfst en winter. De jaargetijden zijn een eindeloos terugkerende cyclus, terwijl Pasen dat niet is. Pasen is een ánder nieuw begin. Een begin dat een einde maakt aan alles wat cyclisch is en dat alles wat sterfelijk en eindig is voorgoed achter ons laat. Pasen is de overwinning van Jezus op de dood. De aankondiging van een leven zónder einde: eeuwig leven.
Als we spreken over het eeuwige leven willen we daarmee zeggen dat het leven met God grenzeloos is. Te vaak denken we dat dit nieuwe leven bij God pas begint na ons sterven. Dat is ook zo, maar het is geen volledige weergave van het mysterie waar we deel van uitmaken. We zijn al aan het eeuwige, nieuwe leven begonnen toen we gedoopt werden. Toen is ons leven met Christus – die het Leven zelf is – al begonnen.
2
Ons dagelijks leven zou daarvan mogen getuigen door de manier waarop we als christenen leven, omdat het christelijke leven geen willekeur toelaat. Christus in alles volgen en worden, is immers dé zin van ons leven.
Om dat te ontdekken, om deel te krijgen aan het mysterie van Christus, geeft de Kerk ons ieder jaar de Veertigdagentijd. Het is een tijd om hierbij stil te staan en ons dat leven jaar na jaar meer eigen te maken.
Misschien kent u nog de vijf geboden van de Kerk. Eén ervan noem ik vandaag.
Namelijk de verplichting om elk jaar eenmaal te biechten en wel in de tijd voor Pasen. Nu wil ik niet stilstaan bij de verplichting, maar bij de wijsheid van onze moeder de Kerk in deze.
Wie met God wil leven, komt zeker uit bij de teksten van de psalmen. In psalm 25 lezen we: ‘Mijn hart is beklemd, schep mij ruimte, een uitweg uit wat mij pijnigt.’
De psalmist wil ons helpen en nodigt ons uit. Wij mogen ons bewust worden van de vraag waar we in ons leven staan. Hebben wij fouten gemaakt? Hebben we nog iets goed te maken met iemand? Het nieuwe leven begint juist daar, waar wij ons bewust worden van onze tekortkomingen en ons naar Christus keren.
Bij het sacrament van verzoening, de biecht, gaat het er niet in eerste instantie om alle mogelijke zonden op te sporen. Het begint met de vraag of wij ons leven op het spoor van Christus houden. Daar waar het echt ontspoord is, is dit sacrament de weg om ons leven weer op de rails te krijgen.
Mag ik het vanuit mijn diepste overtuiging zo zeggen: als wij nooit het sacrament van verzoening ontvangen, onthouden we onszelf heel veel, zo niet alles, als het gaat om het ontdekken van het nieuwe leven bij Christus. Juist dit sacrament maakt een nieuw begin mogelijk en geeft ons een Paaservaring. We stappen namelijk over een drempel heen van wat eigenlijk dood was in ons leven. We worden verlost van zaken
die het leven bederven.
Met Pasen stapt Jezus over die drempel door het bederfelijke én de dood zelf te overwinnen door Zijn Liefdesgave, die tot op het kruis ging.
3
Hij gaf zijn leven voor ons, uit overtuiging dat alleen Liefde nieuw leven voortbrengt.
In het evangelie van deze zondag zegt Jezus: ‘De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde boodschap.’ Deze bekering begint allereerst met geloof dat Jezus met Pasen een ander perspectief opent en een nieuw licht laat schijnen op onze aardse werkelijkheid.
Omdat Jezus zich niet onttrekt aan het lijden en het verdriet van ons mensen, is Hij degene in wie God ons de hand reikt. Het is niet de koele hand van het zakelijke verstand, maar de warme hand van solidariteit en geborgenheid. Dát is de Blijde Boodschap: God is en blijft ons trouw.
Laten we dus beginnen met de drie klassieke wegen om God meer in ons leven toe te laten: bidden, vasten en het doen van goede werken. Onlangs hoorde ik deze drie als volgt verwoord:
Ik zocht mijn God maar zag Hem niet;
Ik zocht mijn ziel maar vond die niet;
Ik zocht mijn broeder, ik vond ze alle drie.
God openbaart zich langs ongekende wegen om ons tot Paasmensen te maken.
Van harte wens ik u een goede en creatieve Veertigdagentijd toe en zeker voor straks een Zalig Pasen.

Roermond, februari 2024
René Maessen,
diocesaan administrator