Brief van de R.-K. bisschoppen van Nederland over de opvang van vluchtelingen

Christenen vieren in deze decembermaand Advent. Wij leven met verwachting toe naar Kerstmis, het geboortefeest van onze Heer. God is in Jezus Christus voor ons mens geworden om ons bestaan te delen. Hij deed dat in een kwetsbaar kind, waarvoor geen plaats was in de herberg. Een kind dat moest vluchten naar een ver vreemd land om te ontkomen aan de moordenaarshand van Herodes. Als wij nadenken over de komst van vluchtelingen naar ons land, staat ons deze ervaring van het Christuskind met Maria en Jozef voor ogen. In iedere vluchteling zien wij het gelaat van Christus die ons zegt: “Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen (Matt. 25, 35). In iedere mens in nood komt de Heer zelf tot ons en doet Hij een beroep op onze bereidheid om zorg en hulp te verlenen. Hij vraagt ons om barmhartig te zijn zoals Hij.
Op 8 december 2015, het Hoogfeest van Maria Onbevlekt Ontvangen, heeft paus Franciscus een ‘Heilig Jaar van de Barmhartigheid’ geopend. Het barmhartige gelaat van God zal oplichten wanneer wij de mensen herbergen die tot ons komen, omdat zij in hun eigen land niet veilig zijn, verdrukt en vervolgd worden en geen toekomst hebben voor henzelf en hun kinderen. Een blik op de actuele situatie Wereldwijd zijn er nu ongeveer 60 miljoen vluchtelingen en ontheemden. Dat is het hoogste aantal sinds de Tweede Wereldoorlog. Zij vluchten voor oorlog, geweld, discriminatie en vervolging, extreme armoede of klimaatverandering. De overgrote meerderheid zoekt bescherming in eigen land of in een buurland. De omstandigheden in opvanglocaties zijn slecht en de kampen zijn overbelast door het hoge aantal vluchtelingen. Om aan deze uitzichtloze situatie te ontsnappen kiest een deel van de vluchtelingen ervoor om naar Europa te reizen. Legale en veilige wegen om Europa te bereiken zijn er nauwelijks. Nietsontziende mensensmokkelaars spelen hierop in. Uiteindelijk zijn zeer risicovolle reizen de enige mogelijkheid om naar Europa te komen.
Tot nu toe zijn naar schatting van de VN Vluchtelingenorganisatie UNHCR meer dan 800.000 vluchtelingen de Middellandse Zee overgestoken. En de gevolgen daarvan kunnen we iedere dag in de media zien. Duizenden mannen, vrouwen en kinderen hebben die reis niet overleefd. Voor hen die de reis wel overleven, zijn de moeilijkheden en angsten vaak niet voorbij. In de ontvangende landen van Europa ontbreekt helaas nog altijd een helder en consistent beleid voor de opvang en begeleiding van vluchtelingen. Lange procedures, onzekerheid over toekomstig verblijf en weerstand in de samenleving tegen de nieuwkomers zijn lastig te nemen barrières. In Europa en dus ook in Nederland is de komst van vele nieuwe vluchtelingen inmiddels een dagelijkse realiteit, dichtbij huis. Dit blijft de belangrijkste uitdaging voor onze samenleving in de komende jaren.
Er wordt gesproken over een “vluchtelingencrisis”. De situatie waarin de vluchtelingen verkeren en de vragen rond opvang en integratie, houden ook ons bisschoppen volop bezig. Wanneer wij luisteren naar de ervaringen van vluchtelingen, van mensen die met en voor hen werken, binnen en in de nabijheid van onze bisdommen en parochies, beseffen wij dat er op veel vragen niet altijd pasklare antwoorden zijn. Juist daarom is het van belang de waarden en normen voor ogen te houden die noodzakelijk zijn voor “goed samenleven”. Wij leggen in deze brief een aantal overwegingen voor aan alle medeburgers, en in het bijzonder aan parochies en plaatselijke geloofsgemeenschappen, vanuit onze opdracht om Christus en zijn Evangelie te verkondigen. Het opkomen voor gerechtigheid voor ieder mens is daar onlosmakelijk mee verbonden. Leidende principes daarbij zijn de menselijke waardigheid, solidariteit en naastenliefde. Goed samenleven In de samenleving zien wij twee reacties op de komst van de nieuwe vluchtelingen: enerzijds de stelling dat iedere vluchteling welkom moet zijn; anderzijds het pleidooi voor het sluiten van de grenzen. Ook binnen onze eigen katholieke geloofsgemeenschap leven verschillende en niet zelden aan elkaar tegengestelde meningen en gevoelens. Daarbij constateren wij een grote bereidheid om vluchtelingen de helpende hand toe te steken. Wij zien een positieve instelling bij duizenden vrijwilligers die zich melden bij opvangcentra en asielzoekerscentra; zij nemen initiatieven om vluchtelingen in de lokale gemeenschap te verwelkomen. Tegelijkertijd leeft er angst en onzekerheid over de impact die deze groep op onze samenleving zal hebben. Er heerst economische en sociale onzekerheid, er is een vertrouwenscrisis in de relatie tussen burgers en de politiek. De toegang tot de arbeidsmarkt, huisvesting en tot sociale voorzieningen staat al onder druk. Mensen stellen vragen bij het draagvlak van onze solidariteit. Kunnen en willen al deze vluchtelingen zich wel inpassen in onze Westerse cultuur? Deze begrijpelijke zorgen en onzekerheden vragen om een realistisch antwoord van hen die politieke verantwoordelijkheid dragen, van de kerken en van maatschappelijke organisaties. Samen dragen wij verantwoordelijkheid voor goed samenleven en voor het algemeen welzijn. Dat is het welzijn van ons allemaal, afzonderlijke personen, gezinnen en kleinere groepen, die zich verenigen tot een sociale gemeenschap, een organisch geheel dat veel meer is dan de optelsom van de samenstellende delen.
Wij maken ons zorgen over de toon van het vluchtelingen- en asieldebat in ons land. Slogans en generaliserende oordelen helpen ons niet verder. Intimidatie en geweld zijn onaanvaardbaar. Vanuit het gegeven dat de mens geroepen is tot goed samenleven, klinkt het appèl om gezamenlijk te zoeken naar oplossingen met respect voor mensen met een andere religie, culturele achtergrond of levensovertuiging. Wij verzetten ons tegen elke vorm van discriminatie en vreemdelingenhaat, omdat daardoor de diepste waardigheid van elke mens wordt miskend en geschonden. Het is tegelijkertijd ook nodig ervoor te waken dat achter elke angst, onenigheid of discussie meteen racisme en discriminatie worden vermoed. De ontmoeting tussen verschillende culturen leidt er toe dat waarden en normen over en weer ter discussie worden gesteld. Dat gesprek, in al zijn diversiteit, moet in alle openheid gevoerd kunnen worden. Wij christenen mogen ons bij de ervaring van angst of onzekerheid laten leiden door het geloof dat de Heer met ons is als degene die in deze stormachtige tijden tot ons spreekt: “Weest gerust. Ik ben het. Vreest niet” (Mc. 6, 50). Door Christus kunnen we onze angst overwinnen en met vertrouwen openstaan voor de ontmoeting met de ander en ons daarbij laten leiden door liefde en geduld. Wij zijn geroepen om, voorbij alle angst, een christelijk – sociaal antwoord te vinden op de uitdagingen waarvoor we ons gesteld zien. Wij pleiten voor een principiële én realistische houding: mensen in nood moeten worden geholpen en tegelijkertijd moet onze kostbare en kwetsbare vrijheid worden beschermd. Wij hebben als mens en christen de plicht om vluchtelingen, medemensen in nood, de helpende hand toe te steken. Van vluchtelingen mag worden gevraagd eraan mee te werken dat door hun komst onze samenleving niet ontwricht raakt, maar een veilige plek blijft voor allen, Nederlanders en migranten. Ook vluchtelingen hebben de plicht om minderheden en mensen met andere religies en levensbeschouwingen te respecteren. Goed samenleven is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Wij èn de vluchtelingen hebben verplichtingen tegenover elkaar. Om in de vervulling van deze wederzijdse plichten vruchtbaar met elkaar op te trekken, dienen we de weg van de dialoog te bewandelen. Vanuit onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor zo’n dialoog kunnen we op zoek gaan naar goede oplossingen met respect voor iedere medemens. Het is de taak van de overheid om een rechtvaardig asielbeleid te ontwikkelen en te handhaven dat het algemeen welzijn, in het bijzonder de cohesie in onze samenleving, dient en bevordert. Wij vragen van de overheid in het bijzonder er op toe te zien dat mensen die vanwege discriminatie zijn gevlucht, hier niet het risico lopen opnieuw gediscrimineerd te worden, maar dat zij zich hier veilig weten. De nood van vluchtelingen beantwoorden Het Evangelie vraagt van ons om gerechtigheid te doen en liefde te betonen in onze omgang met vluchtelingen. Hoe gerechtigheid en liefde zich tot elkaar verhouden, legde paus Benedictus XVI uit in zijn Encycliek Caritas in veritate: “De liefde overstijgt de gerechtigheid, want liefhebben is geven, de ander geven van datgene wat “van mij” is; maar het ontbreekt de liefde nooit aan gerechtigheid, die mij ertoe brengt de ander te geven wat “van hem” is, wat hem op grond van zijn bestaan en zijn werken toekomt. Ik kan de ander niets “schenken” van wat van mij is, zonder hem op de eerste plaats gegeven te hebben wat hem rechtmatig toekomt. Wie de ander met naastenliefde tegemoet treedt, is allereerst rechtvaardig jegens hem.” (nr. 6) Voorts komen we in het spreken van de Kerk over sociale vraagstukken steeds drie principes tegen: menselijke waardigheid, solidariteit en naastenliefde. De universele menselijke waardigheid vloeit voort uit het feit dat God ons heeft geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis. Op basis daarvan heeft ieder mens een onvervreemdbaar recht op leven en op bescherming van dat leven. Solidariteit, vervolgens, is voor de Kerk niet een beroep op het gevoel of sentiment van mededogen of medelijden, maar berust op het besef van de wezenlijke wederzijdse afhankelijkheid van alle mensen en de herkenning van onszelf in de ander. Omdat ieder mens onze naaste is, mag niemand worden buitengesloten. Voor discriminatie of nationalisme is in het Evangelie geen plaats. In zijn boodschap voor de Werelddag voor Migranten en Vluchtelingen op 17 januari 2016 wijst paus Franciscus op het Evangelie van Barmhartigheid dat ons geweten aanspreekt en ons belet om de ellende van anderen als vanzelfsprekend te beschouwen. Hij roept ons op om, geïnspireerd door de goddelijke deugden van geloof, hoop en liefde, de nood van vluchtelingen te beantwoorden met werken van geestelijke en lichamelijke barmhartigheid. De paus wijst er op dat de Bijbelse openbaring ons oproept de vreemdeling te ontvangen en zo de deuren voor God te openen. In het gezicht van de anderen ontwaren we immers het gezicht van Jezus Christus zelf. De paus is niet blind voor de discussies rond opvang van vluchtelingen en migranten, maar bepleit barmhartigheid en geeft aan dat ieder verantwoordelijk is voor zijn en haar broeder of zuster. In het maatschappelijke debat over de opvang van vluchtelingen dreigt het belang van de handhaving van mensenrechten ondergesneeuwd te raken. Asielzoekers zijn geen dossiers, maar mensen met rechten en een onvervreemdbare menselijke waardigheid. De mensenrechten moeten centraal blijven staan in het migratiebeleid. Vluchtelingen zijn als menselijke personen geen probleem, maar wat hen overkomt is een probleem, een symptoom van het onrecht in de wereld. Zij laten ons zien dat er iets grondig mis is in onze wereld. Het Westen heeft, actief of passief, bijgedragen aan de destabilisatie van de landen waar vluchtelingen vandaan komen. De economische en politieke beslissingen van Westerse landen hebben mede geleid tot een ontwrichting van het thuisland van de vluchtelingen, hetgeen voor hen het motief was om huis en haard te verlaten. Er rust een grote verantwoordelijkheid op de internationale gemeenschap om de vrede en de mondiale sociale gerechtigheid te herstellen en te handhaven. Hoe kan onze geloofsgemeenschap helpen? Paus Franciscus heeft op zondag 6 september jl. een oproep gedaan aan katholieke parochies en kloosters overal ter wereld om onderdak te bieden aan vluchtelingen. In een reactie daarop schreven wij op 8 september jl. dat we daar gehoor aan willen geven. Wij zijn ons ten diepste bewust van onze taak in dezen. Wij voelen ook de noodzaak om hierin met de andere kerken en met organisaties uit het maatschappelijk middenveld samen te werken. In de verschillende bisdommen wordt al langer nagedacht over de problematiek rondom vluchtelingen en over de vraag hoe de Rooms-Katholieke Kerk hierin kan helpen. We zijn blij dat de paus wereldwijd deze problematiek nogmaals nadrukkelijk op de agenda plaatst en we zoeken in onze bisdommen contact met regionale organisaties en lokale overheden om te kijken wat nodig is, wat er concreet gedaan kan worden en hoe dit kan aansluiten op al bestaande initiatieven. In CIO-verband (het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken) neemt de Bisschoppenconferentie deel aan het overleg over de vraag of en zo ja op welke wijze de kerken een bijdrage kunnen leveren aan het bieden van onderdak aan vluchtelingen. Op lokaal niveau gebeurt al heel veel. Wij kennen tal van stimulerende voorbeelden van vrijwilligerswerk. Bijvoorbeeld in asielzoekerscentra, waar onder de vluchtelingen vaak behoefte is aan mensen die kunnen helpen de weg te vinden bij Nederlandse instanties. Zo kan het voor christelijke vluchtelingen van grote waarde zijn om met een geloofsgenoot uit Nederland op te trekken en opgenomen te worden in een parochiegemeenschap. Gastvrijheid kan op vele manieren worden getoond, door mensen eens uit te nodigen voor een kop koffie, een maaltijd, een viering of een andere gezamenlijke activiteit. Waar kleding wordt ingezameld, zie je contact ontstaan. Waar samen wordt gesport en kinderen samen spelen, zie je verbinding ontstaan. Waar les wordt gegeven, zie je verbanden ontstaan tussen leerkrachten en leerlingen. Waar mensen geen vreemden meer zijn, groeit de gemeenschap. Het is overigens belangrijk om in het vrijwilligerswerk rekening te houden met adviezen van professionele organisaties met betrekking tot wat er nodig is. Wij willen het vele goede werk dat door mensen uit onze geloofsgemeenschappen voor vluchtelingen wordt gedaan, blijven ondersteunen en bevorderen. Vanuit die betrokkenheid zullen wij daarom zoeken naar adequate wegen om tussen parochies, religieuzen en andere geloofsgemeenschappen de uitwisseling te bevorderen van ideeën en praktijkervaringen die kunnen bijdragen aan de hulp aan vluchtelingen. Tot besluit Wij zijn dankbaar en hebben grote waardering voor de inzet van velen binnen en buiten onze geloofsgemeenschap, beroepskrachten en vrijwilligers, die zich iedere dag onvermoeid inspannen voor een menswaardige opvang van mensen in nood! Maar zeker zo belangrijk is het wegnemen van de oorzaken voor de vluchtelingenstroom. De oplossing is niet dat we meer en hogere hekken plaatsen om vluchtelingen tegen te houden. De oplossing ligt in een gemeenschappelijke inzet – op de eerste plaats van internationale organisaties en westerse landen – voor een menswaardige en veilige wereld voor iedereen. Voor Jezus, Maria en Jozef was er in de herberg van Bethlehem geen plaats. Dit terwijl de Heilige Schrift op vele plaatsen indringend spreekt over het gebod om herbergzaam te zijn voor de medemens in nood die aan onze deur klopt. Het Bijbelse appèl herbergzaam te zijn voor de vluchtelingen in ons midden klinkt in onze tijd zo indringend dat geen christen daarvoor de oren mag en kan sluiten. Zoals hierboven al is gezegd: in deze Advent heeft paus Franciscus in Rome het Heilig Jaar van de Barmhartigheid (8 december 2015 – 20 november 2016) geopend, mede met het doel dat wij door Jezus na te volgen in deze wereld het gelaat van Gods barmhartigheid weerspiegelen, dat Hij in Persoon is. Wij spreken de wens uit dat het respect voor de menselijke waardigheid en de barmhartigheid voor ieder mens, waartoe paus Franciscus met dit bijzonder Heilig Jaar heel de mensheid oproept, leidend beginsel mag zijn voor de leiders van de volkeren en voor ons allen.

Utrecht, Kerstmis 2015 De R.-K. bisschoppen van Nederland