De donkere dagen voor Kerstmis worden ze soms genoemd. Pas laat licht, al weer vroeg donker. Maar de afgelopen tijd heb ik ook op een andere manier als donker ervaren. Als je ziet wat terrorisme met mensen doet. Alleen de dreiging al! Vluchtende mensen, bange mensen. Bang voor een oorlog die wel heel dicht bij komt. Er is een groeiende spanning en onzekerheid onder veel mensen. Wat betekent dat voor onze samenleving? Zorgt die angst er voor dat grenzen, deuren en ook harten dicht gaan?  Dat we doorslaan en de vrijheid die we voor onszelf koesteren een ander niet meer gunnen. Wat doet angst en onzekerheid met mensen? Een donkere samenleving met groeiend wantrouwen? Steeds meer ieder-voor-zich? Wij tegenover zij? Maar het donker vraagt om licht. We steken een lamp aan. Juist in deze donkere decemberdagen. U kent de adventskrans. Vier kaarsen en iedere week brandt er ééntje meer. Klein teken dat er altijd licht in de duisternis is, hoop, vertrouwen op beter. En na vier weken steken we dan alle kaarsjes aan, want dan is het Kerstmis. Advent betekent ‘komst’. De komst van Hem die het Licht is. Licht waarnaar wij verlangen, verlichting, uitzicht. Hoop dus. Maar die ‘komst’ slaat niet alleen op Kerst. Elke dag opnieuw moet het ergens licht worden. Bij zieken of eenzamen. Bij bange, arme, eenzame, verlaten of hulpeloze mensen. Elke dag biedt kansen om iets goeds doen. Een beetje licht brengen, warmte.

Advent – Hij komt – wordt steeds weer werkelijkheid in mensen die voor elkaar opkomen, elkaar troosten, vergeven, die vrede sluiten.

Beste mensen, laten we ons de hoop niet afnemen. Het plezier in het leven. Mooie toekomst verwachtingen. Laten we open, beschikbaar en ontvankelijk blijven. Lichtdragers. Al zijn onze lichtjes nog zo klein!
Mooie kerstdagen gewenst!

pastoor Peter van der Horst